Uitvliegers: Hans de Beurs

"Ik weet nog steeds niet wat ik worden wil. Dus ik doe gewoon alles." – Hans de Beurs
Na meer dan twee decennia trouwe dienst neemt Hans de Beurs afscheid van OSG De Hogeberg. We spraken hem over zijn tijd op school, zijn leerlingen, zijn favoriete herinneringen en natuurlijk over wat hij nu gaat doen.
Hoe het begon
Wat was je eerste indruk toen je deze school binnenliep als conciërge?
‘Wat een grote school! Wat een groot gebouw!’ Die gedachte schoot als eerste door me heen toen ik hier binnenstapte.
Wat voor werk deed je voor je conciërge werd?
‘Voordat ik hier kwam, werkte ik in de lelies. Daar werd ik drie keer per jaar ontslagen en dan weer aangenomen. Op een gegeven moment wilde ik gewoon wat meer regelmaat in mijn leven. Niet telkens een uitkering, solliciteren, weer een baantje zoeken. Ik zocht eigenlijk gewoon vast werk.
Ik kwam uit de WAO, omdat ik door mijn rug was gegaan. Dat zware werk was ik zat. Ik liep tegen de veertig en dacht: dit moet anders. Toen zag ik dat er hier een Melkertbaan openstond. Ik heb gesolliciteerd en zo ben ik hier terechtgekomen.
Hoe lang bent u conciërge geweest en wat deed u dan?
Ik begon als schoolassistent algemeen medewerker. Mijn functienaam op het loonbriefje is nogal eens veranderd. Uiteindelijk ben ik nu conciërge, maar dat is maar net hoe ze dat invullen. Ik begon in schaal één als schoolassistent en mijn werk was toen vooral stencilen, schoonmaken en de tuin onderhouden. Er was toen nog heel veel tuin om de school heen. De eerste klus na de vakantie was het onderhouden van de tuin om de school.
En we deden eigenlijk ook de boeken, dan werkten we allemaal wat langer door en moesten we wat eerder beginnen. Het weekbericht werd voorheen ook meegegeven aan leerlingen en dat moesten wij dan stencilen. In het tijd hing het ook van leerlingen af of ze dingen mee naar huis namen of niet. Er was verder weinig contact met ouders. In principe alleen op de 10-minuten-avond.
Dingen die niemand ziet
Wat doet een conciërge waarvan wij niet weten dat een conciërge het doet?
Poep onder schoenen vandaan halen, bijvoorbeeld. Sommige leerlingen weten gewoon niet hoe ze dat moeten aanpakken.
Dat is echt wel een dieptepunt, of niet?
Nee hoor, dat is gewoon doen. Net zoals een ouder dat doet bij zijn kind. Vroeger werd er veel om de school heen gelopen met honden, maar poepzakjes had je toen nog niet. Dus ja, er waren altijd wel kinderen die erin stapten.
Ik was altijd blij als ze het kwamen zeggen, want je ziet dan elke voetstap op de trap naar boven en dan maakte ik alles weer schoon. Dat doet een conciërge: die springt er meteen in. Vaak kwamen ze met tranen in de ogen naar me toe. Dan pakte ik de harde borstel en maakte ik hun schoenen schoon. En daarna maakte ik de schoenen schoon en werden ze nat, vervolgens gingen ze op de verwarming en klaar. Dat hoort er allemaal gewoon bij.
Tijd voor iets nieuws
Wat ga je doen nu je met pensioen gaat?
Ik heb vorig jaar een flinke tuin gekocht van ruim 1100 vierkante meter. Op een goede dag maai ik het gras of ga ik onkruid wieden. En soms doe ik lekker gewoon niks en kijk ik hoe het gras groeit.
Toen het laatst ging regenen, stond ineens alles weer vol onkruid en kon ik weer van voren af aan beginnen. Maar dat geeft niet, ik geniet ervan. Het is lekker buiten bezig zijn, op mijn eigen tempo. Ik denk dat ik me daar prima ga vermaken.
Waar kijk je het meest naar uit als je straks met pensioen bent?
Vooral naar het wat rustiger aan doen. Hier op school ben je constant in beweging. Het is tak-tak-tak, je weet precies wat je moet doen en zelfs als je denkt dat je niets op de planning hebt, is er altijd wel werk zodra je ’s ochtends binnenkomt.
Thuis is dat anders. Daar is ook genoeg te doen, maar dan mag ik zelf kiezen of ik het oppak of niet. Hier doe je het voor het geheel, voor de school. Je maakt er een docent blij mee, krijgt soms een compliment. Thuis is het meer voor jezelf. Dus ja, ik kijk uit naar de rust, maar ik weet ook dat ik het gezamenlijke stuk ga missen.
Hans als leerling
Wat voor leerling was je op de middelbare school?
Ik kwam altijd te laat. Steevast.
We hadden toen nog geen pleinen of aula, alleen lokalen en gangen. In de pauzes stonden we buiten, of als het regende in het fietsenhok. Gewoon een beetje praten en roken. Een telefoon hadden we niet. Wel een koffiebar, pakhuis van RAB op het Schilderend.
Mijn brugklas zat in een noodgebouw op de plek waar nu het VVV-kantoor staat. Die noodgebouwen stonden er al zo lang, dat ze op sommige plekken gewoon verrot waren.
Rapportuitreikingen waren simpel: in de zomer buiten op het plein, je naam werd omgeroepen en dat was het. Pas na de fusie ging dat in de Koninghal. Toen ik op school zat, was die fusie er nog niet. Later kwamen de huishoudschool, de LTS en de landbouwschool erbij.
Ik had eerst een heel muzikaal rapport. 1,2,3,1,2,3 Maar goed, dat was in de brugklas en die heb ik dubbel gedaan.
Welk vak vond je het minst leuk? En welke juist het leukst?
Wiskunde niet, natuur-scheikunde ook niet. De talen vond ik leuk. Bijvoorbeeld Frans.
Kreeg je toen nog Frans op de mavo?
Nee, op de mavo niet meer. Maar in de brugklas had ik dat wel. Ik ben daarna ook nog naar Frankrijk verhuisd. Daar heb ik even gewoond bij een vriendin. Druiven plukken. Vooral druiven plukken, meer niet.
Had u ook een favoriete docent en wat maakte diegene zo bijzonder?
Meneer Studulski was mijn favoriete docent. Hij kon goed orde houden, maar vertelde ook wel een grapje tussendoor. Ik kon me daar ook goed concentreren. Als het wat rommeliger werd in de klas, werd het voor mij lastiger. Dan deed ik op de een of andere manier mijn best niet meer.
Is dat belangrijk? Orde houden in de klas?
Ja, vind ik wel. Ik had dat nodig, omdat er dan rust in de klas was en ik me beter kon concentreren. Dat is iets wat ik nu vaak zie: veel klassen zijn onrustig. . Ik zou als leerling nu ook moeite hebben om op te letten. Huiswerk maakte ik eigenlijk niet, maar voor boekhouden van meneer Studulski en economie wel. Voor hem deed ik wel mijn best.
Wat wilde u vroeger worden en lijkt dat op wat u doet?
Ik wilde nooit iets worden, dat heb ik nooit gehad. Zo ver ben ik nooit gekomen. Ik weet eigenlijk nog steeds niet wat ik worden wil. Dus ik doe gewoon alles, dat heb ik altijd wel in me gehad.
Heb je op school niet een richting moeten kiezen?
Jawel, boekhouden. Ik ben op kantoor begonnen vroeger.
Met wie op school zou je wel eens willen ruilen voor één dag?
Ik zou wel eens willen ruilen met een docent. Vroeger hadden we hier Willem van de Werf, die gaf geschiedenis en we hadden het wel over filosofie. Dat vond ik echt een mooi vak. Ik heb zelf nooit een filosofieles gehad, maar het onderwerp spreekt me wel aan.
Een les voorbereiden zou ik niet kunnen, want ik weet niet hoe dat moet. Maar gewoon iets vertellen, dat lijkt me wel leuk. Ik heb genoeg meegemaakt, maar of mensen blijven luisteren is een tweede. Misschien haken ze af, ik denk het wel.
Herinneringen
Volgt u de Hogeberg Memes op Instagram?
Nog nooit van gehoord?
Wat vindt u van de kantine?
Geweldig. Kantineke heeft er echt goed werk van gemaakt.
Wat is je favoriete herinnering aan de OSG?
Oei, dat is een lastige vraag. Er zijn zóveel herinneringen. Maar als ik moet kiezen, dan zijn het toch de leerlingen. Ik vind ze geweldig. Ze hebben energie, ze verrassen me, soms positief, soms ook negatief. Maar zelfs dan kan ik er later vaak wel om lachen.
En ja, natuurlijk maken ze rommel. En ik ben iemand die van rust en overzicht houdt. Maar juist die levendigheid maakt het mooi. Ik heb een zwak voor kinderen die een beetje stout zijn. Als ik dan later zie wat er van ze terechtkomt, denk ik vaak: jeetje, dat waren vroeger kleine boefjes, maar ze zijn echt goed terechtgekomen.
Dat vind ik misschien wel het allermooist van alles: uiteindelijk komt iedereen goed terecht.
Hamster en tosti's in kluisje
Wat is het meest ludieke moment dat je hier hebt meegemaakt?
Dat is zonder twijfel het moment dat ik een leerling betrapte die haar hamster aan het voeren was… in een kluisje. Ik liep langs de kluizen, zoals ik vaak doe, altijd alert op alles wat er speelt. En dan zie ik een leerling die heel normaal naar haar kluisje loopt. Dus ik vraag: “Wat ben je aan het doen?” En zij zegt doodleuk: “Ik geef mijn hamster eten.”
Ik stond echt met m’n mond vol tanden. Ze deed alsof het de normaalste zaak van de wereld was. “Hij kan thuis niet blijven, dus ik neem hem gewoon mee naar school.” Nou ja, ik dacht: dit kan toch niet? Als we dit goedkeuren, neemt straks iedereen een goudvis mee of een slang of een gekko.
Ik ben er nog even over gaan nadenken, maar ik vond echt dat het niet kon. Wat als dat beest in de vakantie vergeten wordt? Daar heb ik toen ook wat van gezegd. Maar ik geef toe: ik was behoorlijk verbaasd. En ja, ik heb die hamster ook echt gezien. Het was een echte.
Zijn er nog meer bijzondere of grappige momenten die je je herinnert?
O, zeker. Er waren bijvoorbeeld leerlingen die hun eigen tosti-apparaat meenamen naar school. We verkochten hier altijd stapels tosti’s (Hans Gieles stond ook bekend om de tosti's) maar sommige leerlingen dachten: weet je wat, ik maak ze zelf wel. Dus die namen hun eigen apparaat mee, maakten tosti’s boven op de trap en verstopten dat ding daarna warm en stinkend in hun kluisje als de les begon. Dat kon natuurlijk niet.
Sommigen gingen zelfs tosti’s verkopen onder onze prijs van één euro. Ik vroeg me al af waarom iedereen ineens naar dat ene hoekje liep. Bleek dat ze daar gewoon een soort illegale tosti-onderneming begonnen waren. Tja, dan bleef Hans met een hele berg over.
En dat was nog niet alles. Er waren ook meiden die hun haar gingen föhnen op school, of met krultangen en nagelapparaten aankwamen. Alles moest in het stopcontact, en die dingen zaten dan ook altijd vol. Dat was allemaal nog vóór de tijd van de laptops. Tegenwoordig zie je dat niet meer, maar toen namen ze gewoon de halve badkamer mee naar school.
Eigenlijk vonden ze het heel normaal. “Dat doe ik thuis ook,” zeiden ze dan. Maar ja, school is geen kapsalon. Toch moet ik er nog steeds om lachen als ik eraan terugdenk.
Terugkijken
Welk gebouw vond je het prettigst of leukste om in te werken?
Ik vond dit gebouw, waar we nu zitten, altijd heel fijn om in te werken. Het is overzichtelijk en er heerst een andere sfeer dan op sommige andere plekken.
Je zou misschien denken dat ik het 'boerengebouw' zou zeggen. Ik heb daar ook gewerkt, ja. Lokalen schoongemaakt en van alles gedaan. Maar eerlijk gezegd was het daar een bende. Je kon er niet eens een stofdoek over een kast halen zonder dat je eerst stoelen aan de kant moest leggen die kapot waren of gelast moesten worden. In de kantine werd daar echt veel vernield. stoelen die gewoon krom werden gegooid, bijvoorbeeld.
Er stond eens een dure tv in de aula, bedoeld voor voetbalwedstrijden of opdrachten. Binnen een paar weken vloog er al een appel tegenaan. Zat er meteen een ster in het scherm. En natuurlijk: niemand had het gedaan.
Daar heb ik wel van geleerd. Als ik surveilleerde, keek ik altijd wie er een appel bij zich had. Je leert na een tijdje precies in welke hoeken de 'gevaarlijke' eters zitten. Je moet slim worden, want het gebeurt altijd achter je rug om. En als je iemand aanhoudt, moet je stevig in je schoenen staan. Soms zette ik een leerling even apart: “Denk er maar over na wat je me wil vertellen.” Dat hielp meestal wel.
En ja, ik heb ook weleens de verkeerde beschuldigd. Daar heb ik dan netjes mijn excuses voor aangeboden. Dat hoort er ook bij.
Nog wat vragen
Stel: je bent een dag leerling op deze school. Wat zou je dan absoluut wel en absoluut niet doen?
Dat vind ik eigenlijk moeilijk om te zeggen. Ik denk eerlijk gezegd niet dat er zoveel verschil zou zijn met hoe ik nu rondloop. Dat is misschien wel het bijzondere: ik zou mezelf niet anders gedragen. Nee, ik kan daar eigenlijk niks op bedenken.
Je krijgt €10.000 om iets te verbeteren op deze school. Wat doe je ermee?
Dat geld zou ik sowieso besteden aan de leerlingen. Bijvoorbeeld aan leerlingen die niet genoeg geld hebben om mee te kunnen op werkweek of excursies. Daar is geloof ik wel een potje voor, maar weet niet hoe het geregeld is.
Wat ik wel weet, is dat het belangrijk is dat álle leerlingen kunnen meedoen. School hoort voor iedereen toegankelijk te zijn, ook als het thuis financieel lastig is. Dus dat geld zou wat mij betreft gaan naar gelijke kansen voor alle leerlingen.
Afschaffen telefoons
Stel, je mag één regel op school afschaffen. Welke zou dat dan zijn en waarom?
Ik zou juist pleiten voor een nieuwe regel: een totaalverbod op telefoons op school. Niet alleen in de klas, maar echt overal op school. Telefoons hebben het sociale contact enorm veranderd, en niet op een goede manier. Je ziet het ook bij volwassenen: zodra ze even moeten wachten, grijpen ze meteen naar hun telefoon.
Leerlingen missen daardoor zoveel van wat er om hen heen gebeurt. Praten, écht contact maken, dat vind ik belangrijk. Je mist de wereld als je alleen maar op dat scherm zit te turen. Natuurlijk snap ik dat een telefoon soms handig is, bijvoorbeeld om naar huis te bellen. Dat deden we vroeger ook, maar dan met een muntje bij de schooltelefoon.
Maar contact vind ik wel belangrijk. Er werken hier op school 700 mensen elke dag keihard, daar heb je geen telefoon bij nodig. Maar er zijn ook mensen die thuis zitten en die hebben wel contact nodig.
Dus ja, telefoons mogen wat mij betreft mee naar school, maar gebruik je ze pas weer buiten het schoolplein. Zoals we nu ook met roken doen.
Waar hoop je over een jaar trots op te zijn?
Moeilijk, maar ik kijk wel terug op en hele mooie schoolcarrière. De vorige rector-bestuurder heeft mij veel in mijn kracht gezet. Zeker toen de hoofdconciërge wegging, Ik heb toen veel taken op me genomen. Officieel kreeg ik die titel niet, maar ik deed het werk wel.
Ben ook blij met mijn goede collega Ireen Boekel, heb ik veel steun aan gehad.
En straks? Dan hoop ik vooral trots te zijn op mijn tuin. Daar ben ik nu al mee bezig. Misschien metsel ik nog een muurtje, maak ik een gezellig hoekje. Gewoon iets moois creëren waar ik blij van word.
Oprechte betrokkenheid
Hoe heb je ervoor gezorgd dat je niet te ver van de leerlingen af kwam te staan?
Ik bleef altijd duidelijk en streng, ook als ik met een leerling een leuk praatje had. De ene keer kun je lachen met elkaar, de andere keer moet je gewoon ingrijpen. Dat hoort bij mijn werk. En als ik merkte dat iemand wat eenzamer was, dan probeerde ik daar juist contact mee te maken. Dat is wat mij betreft ook echt een taak van de conciërge.
Niet alle leerlingen zijn makkelijk te bereiken. Soms verstond ik ze niet eens, die straattaal ken ik niet. Maar ik deed mijn best. En het is mooi als mensen zeggen dat ik jong ben gebleven, ook al weet ik heus wel dat ik geen veertig meer ben.
In het begin was ik vooral bezig met het werk: opruimen, schoonmaken, aanpakken. Maar de laatste tien, vijftien jaar ben ik steeds meer met de leerlingen bezig geweest. Dat is vanzelf gegroeid, mede door mijn eigen kinderen. Die zaten hier ook op school. En ja, die moest ik ook weleens aanspreken. Dan zei ik tegen een collega: wil jij het even doen, anders gooi ik hem zo de aula uit.
Ik heb hier alle stormen wel overleefd. En ik heb geleerd: kijk altijd goed naar de situatie en de groep. Een leerling doet niet zomaar iets. Het is vaak het moment, de sfeer, de omgeving. Daar moet je oog voor houden.
Een wereld vol veranderingen
Heeft de leerling het nu makkelijker dan vroeger?
Nee, dat vind ik niet. Als je alleen al kijkt naar de wereld. De geschiedenis is sowieso weer langer geworden sinds ik jong was.
En er is ook een hoop gebeurd. Ik heb de val van de Berlijnse Muur meegemaakt in 1989. Later kwam 9/11, dat hakte er ook wel in. En dan de Arabische Lentes, dat zijn toch allemaal interessante dingen geweest. En er gebeurt op dit moment ook nog van alles.
Ik vind het allemaal niet makkelijk. Vroeger dacht ik: dat soort dingen zijn misschien makkelijker op te lossen. Maar ik begreep oorlog niet goed. Waarom gaat het alleen maar over macht? Soms moet je je ongelijk kunnen toegeven. Maar als twee partijen allebei vasthouden aan hun gelijk, dan blijft het botsen. Dan komt er geen vrede.
We hebben al zoveel geschiedenis van heen en weer, eeuwenlang. En het blijft hommeles. Dan denk ik: waar is het verstand gebleven? Dat lijkt er soms nog steeds niet te zijn.
Neem bijvoorbeeld Oekraïne. Dat land is door de eeuwen heen meerdere keren verdeeld geweest. Het heeft een ingewikkelde en pijnlijke geschiedenis. Dit gaat alleen maar over verdriet.
Accepteer nou gewoon eens de wereld zoals die is. Dat vind ik soms ook van leerlingen. Accepteer nou maar hoe het is. Je verandert er niet zoveel aan. Als je accepteert hoe het is, dan ga je in ieder geval uit van de realiteit van het moment. Niet vanuit hoe je zou willen dat het was. En dat… dat vind ik soms best moeilijk, ja.
Heel erg bedank voor alles Hans! We gaan je missen op school en wensen je een goed en mooi pensioen.
Interview door: Stefan Witvliet en Maaike Goënga